Racisme in de samenleving is de afgelopen tien jaar duidelijk op de kaart gezet. Hoewel er sindsdien wel wat is veranderd, zijn we er nog lang niet, zegt Mitchell Esajas.
Het is vandaag 10 juni 2021. Precies een jaar geleden stond het Nelson Mandelapark vol met mensen die gezamenlijk een vuist maakten tegen racisme en ongelijkheid tijdens het #BlackLivesMatter-protest.
Gisteren, 9 juni 2021, was het precies 10 jaar geleden dat de New Urban Collective (NUC) haar eerste evenement organiseerde op de Vrije Universiteit. De aanleiding voor beide evenementen was anti-zwart en institutioneel racisme en een gebrek aan representatie van zwarte mensen en mensen van kleur in de samenleving, in het bijzonder in het onderwijs.
Het was hartverwarmend om een jaar geleden duizenden mensen met verschillende achtergronden samen te zien komen voor een gelijkwaardiger samenleving, in het park, op de Dam en op talloze andere plekken in het land. Even voelde het alsof échte verandering eraan kwam, velen noemden de protesten een kantelpunt. Een jaar later lijkt er echter nog niet veel te zijn veranderd.
Fotograaf Martine Kamara maakte tijdens het protest in de Bijlmer een aangrijpende foto van een zwarte vrouw met een jong meisje op haar schouders, vermoedelijk haar dochtertje. Het meisje – een peuter – heeft een protestbord in haar hand waarop staat: ‘Ik wil naar het gymnasium, mag dat?!’
Dit is één van de foto’s die mij het meest zijn bijgebleven van de protesten omdat de realiteit is dat deze peuter statistisch gezien minder kans heeft het gymnasium te bereiken als ze in Amsterdam-Zuidoost naar school gaat.
Uit onderzoek van de gemeente Amsterdam blijkt dat leerlingen op basisscholen in Zuidoost vaker worden ondergeadviseerd dan in de stadsdelen Centrum en Zuid. De kansenongelijkheid die al in het basisonderwijs begint, heeft voor een groot deel te maken met de sociaaleconomische achtergrond, maar ook met etnische achtergrond.
Zwarte kinderen en studenten hebben te kampen met vooroordelen en discriminatie van zowel leerkrachten als medestudenten. Dat laatste wordt onvoldoende erkend. Institutioneel racisme ontneemt zwarte kinderen, jongeren en studenten de kans het maximale uit zichzelf te halen. Dat moet veranderen.
Toen we tien jaar geleden met NUC op de VU en elders in de stad evenementen begonnen te organiseren, was dat voor velen een verademing. Eindelijk konden zwarte studenten en andere studenten van kleur rolmodellen ontmoeten. Eindelijk werd hun realiteit bevestigd en besproken in een omgeving die het bestaan van racisme liever onder de mantel der witte onschuld verborg.
Eén ding is sindsdien wel veranderd: racisme is geen taboe meer. Mede door de Zwarte Piet Is Racismebeweging – die ook tien jaar geleden van start ging – is de erkenning van het probleem gegroeid. Zo postten diverse onderwijsinstellingen waaronder het Amfi en de UvA na de #BlackLivesMatter-protesten een zwart vakje op hun Instagramprofielen. Mijn alma mater, de VU, postte zelfs een uitgebreid statement over ‘de verborgen machtsstructuren’ en haar plannen om dit onrecht tegen te gaan.
Ironisch genoeg volgde er een stroom aan sceptische reacties onder de posts van de onderwijsinstellingen. Vooral de berichten van het Amfi en de UvA kregen veel reacties van studenten van kleur over talloze racistische ervaringen op die instellingen.
Het afgelopen jaar hebben we onderzoek gedaan naar anti-zwart racisme in de stad. We interviewden daarvoor tientallen (ex-)studenten en onderwijsexperts. De verhalen die wij hebben verzameld in het Witboek Anti-zwart Racisme in Amsterdam waren schrijnend. Zo vertelde een ex-student aan het Amfi dat ze met haar opleiding was gestopt vanwege de structurele uitsluiting. Ze noemde voorbeelden van docenten die het n-woord gebruikten en studenten van kleur lager waardeerden. Vergelijkbare voorbeelden hoorden wij over de UvA, de VU, InHolland en enkele middelbare scholen.
Er is dus nog veel werk te verzetten om ervoor te zorgen dat alle scholieren en studenten gelijke kansen krijgen.
Ik vrees dat er nog een generatie zwarte jongeren en studenten met dezelfde problemen zal opgroeien. Daarom doe ik een moreel appèl op wethouder Marjolein Moorman en de ministers Ingrid van Engelshoven en Arie Slob: het is tijd voor concrete nationale actieplannen om racisme in het onderwijs te bestrijden.
Naar aanleiding van de #BlackLivesMatter-protesten schreven verschillende zwarte organisaties het Zwart Manifest, een document met concrete beleidsvoorstellen om dit probleem definitief te tackelen. Laten wij voorkomen dat het jonge zwarte meisje dat vorig jaar bij het #BlackLivesMatter-protest aanwezig was over tien jaar weer de straat op moet om tegen racisme te vechten. Ze verdient beter.
Bron: Esajas, M. (2021, 10 juni). Opinie: ‘Na erkenning is het tijd om racisme in het onderwijs aan te pakken’. Het Parool. https://www.parool.nl/columns-opinie/opinie-na-erkenning-is-het-tijd-om-racisme-in-het-onderwijs-aan-te-pakken~b6870ce4/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F